Componisten uit de negentiende eeuw hoorden hun werk het vaakst uitgevoerd in intieme kring onder vrienden. We hebben er het raden naar welke creatieve vonken het gaf als deze meestercomponisten elkaar ontmoetten, maar de gedachte alleen al wekt inspiratie op. Ook al hebben Clara Schumann, Frédéric Chopin en Felix Mendelssohn elkaar misschien nooit in dezelfde ruimte tegen het lijf gelopen, hun muzikale stijlen liggen duidelijk dicht bij elkaar.
Schumann componeerde net zoals haar man verschillende kleine karakterstukken, waar de Romances, op. 22 voor viool en pianodeel van uitmaken. Chopin schreef bijna exclusief voor piano, maar maakte een zeldzame uitzondering toen hij zijn Sonate voor cello en piano in g, op. 65 schreef, een werk dat tot de hoekstenen van het repertoire voor cello en piano hoort. Mendelssohn is een gevierd componist voor kamermuziek met strijkers en piano en bestendigt deze reputatie met zijn Pianotrio in d, op. 49.
Amy NORRINGTON, cello
Leon BLEKH, viool
Wouter VALVEKENS, piano